Op 22 juni is het grote Gebr. Bätz-orgel (1831) in de Utrechtse Domkerk geïnspecteerd op houtworm. De inspectie was onderdeel van een groter onderzoek naar het kerkinterieur.

Daarbij is vastgesteld dat zich in het kabinet-orgel van Gideon Thomas Bätz (1796) actieve houtworm begint. Dit orgel wordt op korte termijn behandeld.

Het grote Bätz-orgel van de Dom lijkt gelukkig niet te zijn aangetast. Wel zijn binnen een aantal jaar grotere werkzaamheden aan het orgel noodzakelijk, o.a. in verband met optredende windlekkages en vervuiling.

Het onderzoek naar houtworm werd uitgevoerd door Jeroen van Koolwijk van Koolwijk Meubelrestauratie. Jaap Jan Steensma is als orgeladviseur van de Protestantse Gemeente Utrecht betrokken bij onderhoud en instandhouding van de orgels in de Domkerk.

Boven op het orgel in de Utrechtse Domkerk staat een beeld van Koning David. Wat heeft hij een uitzicht!

Kunnen schilderijen en composities hand-in-hand gaan? Kun je een dialoog aangaan tussen schilderen en zingen?

Kunstenaars en cursisten van MK24 Kunsteducatie Amsterdam laten zich inspireren door muziek van Hollands Vocaal Ensemble onder leiding van dirigent Hester Steensma-Westra. Op 24 en 25 juni is het resultaat te horen en te zien in de Oosterkerk in Amsterdam.

Muziek en schilderkunst zijn gegroepeerd in drie thema’s: Nachtklanken, ‘zonder titel’ en Liefde in Bloei. In de schilderateliers en tijdens de koorrepetities zijn zo, in samenwerking, maar liefst 50 nieuwe werken ontstaan!

Het volledige programma en informatie over tickets is te vinden op de website van Hollands Vocaal Ensemble.

 

 

‘Met haar ijle tonen en samenklanken voert de Estse muziek je mee naar noordelijke sferen.’

In samenwerking met de Estse volksdansgroep Tuuletütred presenteert kamerkoor Sforzato een festival van Estse muziek en cultuur. Lange tijd was Estland het toneel van strijd. In de rijke muzikale cultuur ontmoet je de ziel van de Esten. Het programma wordt omlijst door dans, gedichten en beelden uit Estland. Het koor zingt een breed scala aan muziek, van verfijnde composities van beroemde componisten tot aan eenvoudige sfeervolle wiegeliederen, gezongen in het Ests, Latijn en Duits.

Het festival vindt plaats op zaterdag 10 juni in Stadsklooster Utrecht, van 15.30 tot 17.00 uur. Dirigent Hester Steensma-Westra heeft de muzikale leiding over het evenement.

De composities

In Benedicamus domino en Laudate dominum van componist Urmas Sisask (1960-2022) draait alles om dynamiek en timing. De muziek is gebaseerd op een pentatonische tonenreeks uit Japan. Ze kent pittige overgangen tussen luidere en zachter klinkende passages. Timing is hier cruciaal; het koor moet de lege ruimtes opvullen met een interne puls. Niet Ests, maar wel noordelijk, is de spreekmuziek in de compositie Ludus Verbalis (Woordspel) van de Finse componist Einojuhani Rautavaara ((1928-2016). Het heeft een pittige dynamiek; koorlid Liesbeth schreef er een leuke blog over!

Veljo Tormis (1930-2017) heeft zich in zijn composities door volksliederen laten inspireren, die met hun ijle tonen het oneindige Estse landschap weerspiegelen. Van hem zingt Sforzato twee liederencycli. De eerst bestaat uit vier wiegeliederen, waarin het soms net is alsof een moeder haar kind in slaap wiegt. De tweede cyclus bestaat uit stoere werkliederen, waarin de mest over het land wordt verspreid en waarin te horen is hoe de was gedaan wordt.

De populaire compositie Muusika, van de jonge componist Pärt Uusberg is een ode aan de muziek. In het lied gaat het over de allereerste harmonie. ‘Ergens moet zij te vinden zijn, het oorspronkelijke lied. Zit het in de ziel van de mens?’ De lange harmonieuze lijnen die tijdens het ‘või silmavees’ gezongen worden door de alten, tenoren en bassen, doen sterk denken aan het basmotief van de beroemde Canon in D van Johann Pachelbel.

Het concert eindigt met het lied ‘Mu Isamaa on minu harm’, dat lange tijd door de Sovjets verboden was. In 1988 klonk het als protest tegen de Sovjet-autoriteiten, die het zelfs met hun militaire band probeerden te overstemmen. 150.000 zingende Esten lieten zich niet van de wijs brengen, en zo werd de ‘zingende revolutie’ was een feit. Het is een heldenverhaal geworden, met een boodschap die anno 2023 nog net zo krachtig en inspirerend is als destijds. Als je samen zingt, ben je verbonden. En als je verbonden bent, dan kun je de hele wereld aan!

Tekst: Kamerkoor Sforzato

 

 

Hester werkt met Kamerkoor Sforzato tijdens repetitieweekeinde in Theaterhuis De Berenkuil, Utrecht.

Vanaf 8 juni zetten de gebedshuizen van Rotterdam hun deuren wagenwijd open met een verrassend en veelzijdig publieksprogramma. Heilige Huisjes Rotterdam verenigt kerkgebouwen, synagogen, moskeeën en tempels in een uniek stadsfestival om inwoners en cultuurliefhebbers religieus erfgoed op een andere wijze te laten ervaren. Door het aanbieden van een breed programma wil het festival bestaande structuren versterken en nieuwe verbindingen tot stand brengen tussen bewoners en beheerders.

Ook het orgel is tijdens het festival vertegenwoordigd! In de Laurenskerk zijn er bijvoobeeld twee Orgel Fusion concerten te beluisteren door Matthijs van der Wilt & duo Bzaka and the Owlgod (13.30u.) en door Monica Akihary & Geerten Liefting  (14.30u.).

Voor de kinderen!

Voor de kinderen presenteert Jaap Jan twee workshops rond het Doe-Orgel. De eerste begint om 11.00u., de tweede om 12.00u.

Op maandag 24 april, als Museum Speelklok officieel gesloten is, houdt Stichting Utrecht Orgelland hier een donateursbijeenkomst. Vanaf 13.00 uur is er ontvangst met koffie/thee en om 13.30 uur start een rondleiding in het restauratie-atelier.

Jaap Jan Steensma zal vertellen over het J.W. Walker-kerkorgel (1855) in de collectie. Dit instrument is normaal gesproken niet in het museum te horen. Bijzondere aandacht is er ook voor het grote orgel van J. Bätz & Co uit 1883. Het werd gerestaureerd en uitgebreid in 1984, toen de kerk een nieuwe bestemming kreeg als museumruimte. Het kerkorgel is zodoende nog een goed onderhouden deel klinkend erfgoed dat verwijst naar de periode van voor de herbestemming.

Organist Pim Schipper zal de presentaties illusteren en verlevendigen met improvisaties. Ook het beroemde zelfspelende Haydn-Niemezc Flötenuhr zal deze middag te horen zijn. JJ schreef eerder twee artikelen over dit instrument en zijn muziek. Lees hier deel 1 en deel 2. De middag wordt om 16 uur afgesloten met een drankje.

Organist Pim Schipper.

Deelname

De middag is bedoeld voor donateurs en belangstellenden van de Stichting Utrecht Orgelland en is voor donateurs gratis toegankelijk. Een donateurschap kost € 35 per jaar. Belangstellenden kunnen deze exclusieve rondleiding en presentaties meemaken door te reserveren via email en het overmaken van € 20 op rekeningnummer NL08 RABO 0116 2852 57 t.n.v. Stichting Utrecht Orgelland. Wie in het bezit is van een Museumkaart wordt verzocht die mee te nemen.

Het orgel van J. Bätz & Co (1883) in Museum Speelklok.

 

Er zijn veel praktische redenen te verzinnen om bij het organiseren van concerten met oude muziek te kiezen voor een kistorgel. Zo’n orgel is klein en transportabel, je kunt het makkelijk in een andere stemming zetten en je kunt als organist midden in het koor of ensemble gaan zitten. Jaap Jan en Hester hebben daarom ook hun eigen kistorgel.

Klank gaat voor. Toch?

Maar toch, voor wie geeft om klankkwaliteit (want is dat niet waar het om gaat in de muziek), is een ‘echt’ orgel superieur. In een goed orgel heeft het pijpwerk de lengte die het van nature nodig heeft, en hoeft het niet -bij wijze van spreken- in een kist te worden opgepropt en dubbelgevouwen. Een normale open orgelpijp van 8 voet (klinkende lengte: 2.40 meter), moet de ruimte hebben om tot klinken te komen. En dat past niet in een kist. Bovendien klinkt een orgelpijp van orgelmetaal (lood en tin) in veel muziek beter dan het geluid van fluitiger klinkende houten pijpen.

Erfgoed

Er is nog een belangrijke reden waarom een echt orgel zo mooi is. Veel oude kerken in Nederland hebben namelijk nog oude orgels. Allemaal hebben ze hun eigen, unieke klank. Dat erfgoed moet tot klinken komen! Het kan je echt kippenvel geven, als je muziek van Bach zingt, of Haydn of Händel bij de klanken van een orgel dat al 200 jaar lang op een bepaalde plek van betekenis is geweest. Je voelt dan als het ware de band met de locatie en je eigen plaats in de tijd.

Betekenis van de Bachvereniging

Het lijkt echter wel alsof het de laatste tijd meer gangbaar wordt om ‘echte’ orgels te gebruiken bij concerten met oude muziek. Ongetwijfeld heeft dirigent als Jos van Veldhoven (voorheen Nederlandse Bachvereniging) hiervoor belangrijk werk verricht. Je kunt immers eindeloos praten, argumenten afwegen en uitwisselen, uiteindelijk gaat het erom dat het resultaat overtuigt. En dat doet het! Kijk maar eens naar de All of Bach-opname van BWV 29 (‘Wir danken dir, Gott, wie danken dir’) vanuit de Martinikerk Groningen, met Leo van Doeselaar aan het orgel:

 

Tips vanuit ervaring

Als duo dirigent-organist of zangeres-organist hebben Hester en Jaap Jan samen heel veel vlieguren gemaakt. Het op-elkaar-ingespeeld-zijn is de beste garantie bij het succesvol gebruik van een orgel dat op afstand kan staan. Daarnaast moet je als organist op een groot orgel flexibel zijn en snel kunnen reageren op aanwijzingen van ‘beneden’.

Naast die kwaliteiten die te maken hebben met samenspelen, moet er overeenstemming zijn over het ‘materiaal’. Een groot orgel kan niet voor een concert worden omgestemd. De aanwezige toonhoogte is dus een gegeven en daarover moet je duidelijk communiceren. Musici die serieus zijn en wat kunnen, kunnen zich, als er even de tijd voor genomen wordt, doorgaans goed aan een (iets) andere toonhoogte aanpassen. Het combineren van sommige houtblazers met een te lage stemtoonhoogte is echter een heel belangrijke potentiële no-go. Controleer dus expliciet of er bijvoorbeeld hoboïsten meedoen, en controleer de toonhoogte van het te gebruiken orgel.

Een andere noodzakelijkheid is het kunnen zien en horen. Vaak is het voldoende een spiegel neer te zetten. Bij grote orgels zit de organist soms achter het orgel, of tussen twee orgelcompartimenten in. Dan kan het enorm helpen om een snelle camera en koptelefoon te gebruiken. Kies er niet te snel voor, maar alleen als het anders echt niet gaat.

Voorbeelden

In december 2022 werkte Jaap Jan met Kamerkoor 4bij4 onder leiding van dirigent Samuel Reid Navarro. Op het programma stond de Messe de Minuit van Marc-Antoine Charpentier (1643-1704). Dit werk kwam prachtig tot zijn recht in de kapel van Fort Blauwkapel, waar een orgel staat van Jacobus van Eynde uit 1711. Het gaat hier om een Zuid-Nederlands, op de Franse stijl georiënteerd instrument, dat dateert uit ongeveer de tijd van Charpentier! Hoe gaaf is dat wel niet!? Hoewel het Van de Eynde-orgel aan de achterzijde wordt bespeeld, was het in deze ruimte prima mogelijk te communiceren via de zelf meegebrachte spiegel.

Ook het Verhofstadt-orgel (1719) in de Culemborgse Barbarakerk wordt aan de achterzijde bespeeld. Voor Hesters eindexamen Koordirectie kozen we er echter voor om van muziekvrienden een audio-/video-set te lenen. Op die manier lukte het muzikaal gelijk te blijven met het koor en barok-orkest beneden in de kerk.

Op 17 februari speelde Jaap Jan op het grote Naber-orgel In de Joriskerk in Amersfoort in Haydn’s Nelson Mis tijdens het eindexamen van koordirigent Pieta Maayeshi. De Joriskerk beschikt over eigen beeld- en geluidsmateriaal dat garant staat voor uitstekend contact. Het orkest was vooraf op de hoogte gebracht van de iets lagere stemtoonhoogte van het Naber-orgel en had zich hierop ingesteld. Stemming en intonatie waren dan ook geen probleem.

Jaap Jan bespeelt het Verhofstadt-orgel in de Grote of Barbara-kerk in Culemborg tijdens het eindexamen op 1 juli 2022. Foto: Petra Nuria.

 

Luisteren en zelf doen

Luister zelf eens hoe mooi het klonk, met het Culemborgse Verhofstadt-orgel temidden in het barok-orkest. Op de opname zingen de kinderen en volwassenen van het Kathedrale Koor Utrecht het ‘Gloria in excelsis Deo’ uit de Missa Omnium Sanctorum van Jan Dismas Zelenka (1679-1745) onder leiding van Hester. De opname is gemaakt door Hesters vader Jack Westra.

 

Heb je vragen over orgelgebruik bij samenspelen? Bel dan even naar Jaap Jan of stuur hem een mailtje!

 

 

Het toevoegen van eigen versieringen en zelfbedachte ‘loopjes’ was een belangrijk gebruik in oude muziek. Deze toevoegingen worden ‘diminuties’ genoemd. De naam is goed te verklaren vanuit het Italiaans: diminuire betekent ‘verminderen’. Diminuties verminderen de notenwaarde van de oorspronkelijke noot en hebben zelf kleinere notenwaarden dan de noot die ze vervangen.

Het lijkt ingewikkeld, maar het principes is simpel. Kijk maar eens naar het voorbeeld dat Riccardo Rognoni gaf in het tweede deel van Il Vero Modo di Diminvere (Venetië 1592). In Rognoni’s voorbeeld staat een muzikale formule die ‘cadens’ genoemd werd. De belangrijkste noot in de cadens, aangegeven met de rode pijl, wordt vervolgens versierd met de diminuties die zijn aangegeven met rode vierkantjes.

Rognoni – Cadentie Maggior in Il Vero Modo di Diminvire, deel II 1592

 

Dit is een eenvoudig voorbeeld om het principe duidelijk te maken, maar in de zestiende en zeventiende eeuw zijn er boeken vol geschreven over de kunst van het diminueren. Rognoni zelf geeft al veel voorbeelden die ook steeds complexer worden.

Het invoegen diminuties gebeurde  zowel in solomuziek als in muziek voor ensemble, zowel in vocale als in instrumentale muziek. Bovendien waren ze meestal geïmproviseerd.

Diminuties in koormuziek?

Misschien is het vanwege die rol van improvisatie dat musici van nu het vaak lastig vinden om diminuties te maken. Zeker in uitvoeringen van vocale muziek hoor je koren en ensembles vooral ‘zingen wat er staat’. Daarmee blijft een heel stuk creatieve potentie onbenut.

Als koordirigent wil Hester de creatieve mogelijkheden van zangers en ensembles benutten en verder helpen te ontwikkelen. In het programma Omaggio ai madrigali, dat zij ontwikkelde voor en in samenwerking met Hollands Vocaal Ensemble in Amsterdam, liet zij de zangers daarom eigen diminuties maken op het madrigaal Ancor che col partire van Cipriano de Rore (1515/’16-1565). Ditzelfde muziekstuk werd al in de zestiende eeuw veel als voorbeeld gebruikt om te laten zien hoe je precies diminuties kon maken.

Hoe is dat nu, samen diminuties maken?

Door aan te sluiten bij die oude praktijk, worden zangers uitgedaagd om op dezelfde creatieve manier om te gaan met oude muziek als de zangers en componisten van destijds. Zoiets is spannend in het begin, maar met een beetje oefenen kan iedereen zijn eigen variant maken.

Het diminueren kan bovendien helpen bij het repetitieproces. Deze manier van omgaan met de muziek dwingt je namelijk na te denken over de muzikale richting van samenklinkende melodieën. Zo kun je beter in contact komen met de structuur van een compositie.

Bovendien ben je er als koorzanger extra op gebrand om in je klank, ritme en intonatie ondersteunend en dienend te zingen. Het is namelijk best een kwetsbare setting, als één van je collega-zangers zijn versie van een gediminueerd madrigaal presenteert!

Tijdens de concerten in Vleuten en Amsterdam in januari 2023, presenteerde twee van de koorleden hun versie van het gediminueerde madrigaal. In de toekomst hoopt Hester de werkmethode vaker te gebruiken.

Hollands Vocaal Ensemble na het concert in Engelse Kerk Amsterdam, 22 januari 2023

Wie mee wil zingen in Hollands Vocaal Ensemble kan een kijkje nemen op de website. Wie geïnteresseerd is in een les of cursus van Hester, kan via deze link een mailtje sturen.

Titelpagina van Riccardo Rognoni’s Il Vero Modo di Diminvire (deel 2), 1592

Klooster Nieuw Sion is een herbestemde voormalige cisterciënzerabdij in Diepenveen. Na het vertrek van de monniken is het opnieuw een plaats geworden waar mensen de stilte opzoeken. In het ‘klooster-nieuwe-stijl’ kun je overnachten, eten, concerten bezoeken; je kunt er wandelen, stilte vinden en bidden.
Eén van de initiatieven van het klooster is het Kloostermaal Speciaal. Op 28 april zijn Hester en Jaap Jan Steensma-Westra en Annelies Steensma er te gast om te zorgen voor de muziek bij het kloostermaal. De bezetting van het ensemble is bijzonder: Hester (sopraan) en Jaap Jan (orgel) zijn getrouwd en Annelies (viool) is de zus van Jaap Jan.

Programma: Feestelijk Barok…

In de weken na Pasen blijft de feeststemming in Klooster Nieuw Sion nog even hangen. De zondagen na Pasen kregen in de christelijke traditie mooie namen. ‘Jubilate’ bijvoorbeeld: jubelt. Of ‘Cantate’: zingt!
De feestelijke karakters zijn te horen in prachtige barokke aria’s voor sopraan en solo-viool. Bijvoorbeeld in ‘Singet dem Herrn ein neues Lied’ van Dietrich Buxtehude (1637-1707). Deze componist werd door de jonge Bach zó bewonderd, dat hij er een voetreis van 400 kilometer voorover had, vervolgens veel te lang wegbleef en zichzelf op die manier in de nesten werkte. Naast Buxtehude klinkt er daarom ook muziek van de grote Bach zelf.

…en gregoriaans

Als dirigent van het Kathedrale Koor Utrecht heeft Hester een bijzondere affiniteit met het gregoriaans. Het dan een buitenkansje, als je mag zingen in een oud klooster!
Naast de feestelijk klinkende barokmuziek zal Hester het programma daarom versieren met een gregoriaans gezang. Zo komen in Klooster Nieuw Sion nog één keer de klanken tot leven van weleer.

Meer weten en opgeven

Het Kloostermaal begint om 18.30 uur. Het aansluitende concert is om 20.30 uur en duurt maximaal een uurtje. Opgeven voor het diner en/of concert kan op de website van Nieuw Sion.

Foto: Jos Kuklewski

Veel mensen luisteren de week voor Pasen naar ‘Passie-muziek’: muziek die gaat over het lijden en stervan van Jezus Christus. De Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach is wel het bekendste voorbeeld.

In de Torenpleinkerk in Vleuten klinkt op vrijdagmiddag 15 uur een wel heel bijzondere Passie. Barokviolist Antoinette Lohmann speelt dan spectaculaire vioolsonates van Heinrich Biber (1644-1704), die samen een muzikaal Passie-verhaal vormen. Tussen de sonates door wordt het verhaal gelezen, zodat tekst en muziek zo goed mogelijk op elkaar aansluiten.

“Voor ieder stuk een andere viool”

Voor Antoinette Lohmann, o.a. docent barokviool aan de conservatoria van Amsterdam en Utrecht, is het spelen van Biber’s sonates een hoogtepunt. Ze is dol op zijn muziek: “Biber’s composities hebben echt bijgedragen aan de ontwikkeling van de viooltechniek, in een tijd dat de viool nog een vrij nieuw instrument was.” Daar komt nog bij dat alle sonates zijn geschreven voor een anders gestemde viool. “Ik moet die dag op stap met vijf violen; voor ieder stuk een andere viool!”

Antoinette neemt een wel heel indrukwekkende vioolkist mee!

Samenstelling

Natuurlijk is ‘Biber Passion‘ geen bestaande naam, maar een knipoog naar de Nederlandse tradities naar Passies te luisteren. We hebben deze Passie samengesteld uit vijf sonates, afkomstig uit een uitgebreider, prachtig handschrift dat Biber opdroeg aan zijn broodheer bisschop Max Gandolph. Helaas ontbreekt de titelpagina van het manuscript, waardoor de officiële titel van de sonates niet bekend is. Meestal worden de werken ‘de’ Rozenkrans Sonates genoemd, maar de naam Mysterie Sonates komt ook veel voor. De Biber-Passie is een presentatie van de vijf sonates over de droevige geheimen van de rozenkrans: Christus op de Olijfberg, de Geseling, de Doornenkroon, de Kruisdraging en de Kruisiging.

Gravures bij de Rozenkrans Sonates: droevige geheimen.

Waar en wanneer…

  • Vrijdag 7 april 2023, 15 uur
  • Torenpleinkerk Vleuten, Schoolstraat 5
  • Toegang gratis, bij de uitgang collecte

…en verdere weetjes

  • Antoinette gebruikt 5 verschillend gestemde violen.
  • Jaap Jan gebruikt het monumentale Bätz-orgel (1809) voor de begeleiding.
  • Het orgel wordt op de ouderwetse manier van wind voorzien door balgentreder Kato Lindberg.
  • Het Passie-verhaal wordt gelezen door de dirigent van de Cantorij van de Torenpleinkerk, Samuel Reid Navarro.
  • Wie het boekje vast wil lezen, kan het hier vinden.

Een kleine try-out voor buurkinderen en buurvolwassenen, met uitleg over orgel en viool. Thuis in Culemborg, zondag 2 april 2023.