Muziekredacteur Merlijn Kerkhof van De Volkskrant is een liefhebber van orgels. Na vanaf 2019 driemaal enkele van de mooiste Nederlandse orgels in de krant besproken te hebben, presenteert Merlijn deze zomer 15 van Europa’s mooiste orgels.

De lijst kwam tot stand na input van organisten als Leo van Doeselaar, Ton Koopman en Sietze de Vries, alsook de orgelmakers Sander Booij en Johan Zoutendijk. Ook orgeladviseur Jaap Jan Steensma mocht input voor het artikel leveren. Gevraagd naar zijn persoonlijke top-3 (eigenlijk een onmogelijke vraag, natuurlijk), koos hij uiteindelijk voor de orgels van Praag, Rouen en Bologna.

Klik door naar het artikel “Allemaal een vakantietripje waard: dit is de Volkskrant De Euro-Orgel Top 15” van Merlijn Kerkhof.

Het Lorenzo da Prato-orgel in de San Petronio te Bologna. Foto: liuwetamminga.it.

 

Dit artikel verscheen ook op orgeladvies.nl.

In 2023-2024 is het Verschueren-orgel van de Christus Triumfatorkerk in Den Haag gerestaureerd. Het orgel werd in 1964 opgeleverd als opus 596 en valt als waardevol onderdeel van een rijksmonument mede onder de bescherming. Namens de Commissie Orgelzaken van VKB Kerkrentmeesters was Jaap Jan Steensma als adviseur bij de restauratie betrokken. Het werk werd uitgevoerd door de Verschueren Orgelbouw te Ittervoort. Het instrument is opnieuw in gebruik genomen op zaterdag 9 maart 2024, met een toelichting door Jaap Jan Steensma en een orgelbespeling door organisten Roelfien Folkersma, Christian Hutter, Martijn Pranger en Joël Boone.

Het Nieuwe Instituut, collectie Architectenbureau Drexhage, Sterkenburg, Bodon & Venstra / Archief, inv.nr. DSBVf130.

Een bijzonderheid is dat het uiterlijk werd ontworpen door architect Geert Drexhage (1914-1982), wiens archief bewaard wordt in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Hier werd ook de oorspronkelijke ontwerptekening van het orgel gevonden. Op deze tekening is te zien dat de speeltafel van het orgel (de plaats vanwaar de organist het instrument ‘bedient’) aanvankelijk ver van de orgelkasten geplaatst hadden moeten worden, zodat de organist vanachter het orgel ook aanwijzingen zou kunnen geven aan een zangkoor.

Ontwerptekening van het orgel, Geert Drexhage, 1961.

Gedurende de voorbereiding is besloten het instrument anders uit te voeren dan vooraf was bedacht. Het belangrijkste verschil, dat grote invloed had op de technische aanleg en – in het verlengde daarvan – op het uiterlijk, was het besluit het orgel niet te voorzien van een electrische speeltractuur, maar van een mechanische. Om een en ander technisch mogelijk te maken, werden de kasten naast elkaar geplaatst, in plaats van ‘trapsgewijs’. De mechanieken kwamen in een koker te liggen, die in de lengte onder de orgelkasten ligt (in de lange poot van de ‘gekantelde hoofdletter-L’, zoals op de foto hierboven te zien).

De keuze voor de orgelmaker Verschueren, alsook de keuze voor een mechanische speeltractuur is exemplarisch voor de koerswijziging die in de jaren 1960 werd ingezet door de adviescommissie van de Gereformeerde Organistenvereniging.

Tijdens het werk stond het behoud van monumentale waarden, inclusief de oorspronkelijke intonatie, voorop. Bijzondere aandacht ging uit naar de elektrische registertractuur (de slepen worden bediend door elektromoren). De restauratie van het orgel werd mede mogelijk gemaakt dankzij een bijdrage van Het Cultuurfonds.

 

Dit bericht werd eerder gepubliceerd op orgeladvies.nl.

Deze inhoud is beschermd met een wachtwoord. Voer hieronder je wachtwoord in om het te bekijken:

In de Lutherse Kerk van Arnhem zit sinds kort het boutique-hotel en restaurant The Church. Een toepasselijke naam voor een uniek gebouw. In dat gebouw staat nog altijd het orgel dat de Rotterdamse orgelmaker Adriaan Standaart er in 1913 voor maakte.

De grootste pijpen van het orgelfront (de voorkant) begonnen te verzakken. Niet alleen zag dat er slecht uit; de pijpen vormden ook een gevaar voor het binnenwerk van het instrument en de omgeving. In opdracht van betrokken particulieren zijn ze daarom kortgeleden gerestaureerd door Orgelmakerij Pels & Van Leeuwen. De gelegenheid werd aangegrepen een bouwhistorisch onderzoek te laten doen door orgeldeskundige Jaap Jan Steensma.

The Church gezien vanuit het orgel.

Jaap Jan maakte een verslag waarin de archivalia en publicaties een beeld vormen van hoe het Standaart-orgel destijds klonk en werd gewaardeerd. Ook bleken de wijzigingen goed te traceren. Uit een inventarisatie van het pijpwerk bleek bovendien dat veel van het oorspronkelijke pijpwerk nog is bewaard. Dat is niet vanzelfsprekend: na ±1945 werd de naam van orgelmaker Standaart vereenzelvigd met orgelbouw van lage kwaliteit uit het Interbellum en crisistijd. Het orgel van de Lutherse Kerk Arnhem blijkt echter een instrument te zijn dat nog dateert van voor de Eerste Wereldoorlog, en dat bovendien van hoge kwaliteit is.

Dankzij de verwijderde pijpen viel er daglicht in het orgel. JJ maakte een foto met zijn arm uit het orgel stekend; op de voorgrond het register Cornet.

In 1952 maakte het orgel een vernieuwing door niet goed paste bij het romantische karakter van het orgel. Enkele decennia later liet de Lutherse Kerk een tweede orgel bouwen, waarna Standaart-orgel als tijdscapsule in het gebouw bleef stilstaan. En in die toestand staat het instrument er nog steeds. Onbespeelbaar, ja, maar het is er tenminste nog.

En het belooft nog wat… Als het lukt dit orgel ooit weer te restaureren, dan kan in Arnhem het fin de siècle weer tot klinken komen!

Het eindresultaat. Foto: Rochus van Rumpt; orgelmakerij Pels & Van Leeuwen.

Op 22 juni is het grote Gebr. Bätz-orgel (1831) in de Utrechtse Domkerk geïnspecteerd op houtworm. De inspectie was onderdeel van een groter onderzoek naar het kerkinterieur.

Daarbij is vastgesteld dat zich in het kabinet-orgel van Gideon Thomas Bätz (1796) actieve houtworm begint. Dit orgel wordt op korte termijn behandeld.

Het grote Bätz-orgel van de Dom lijkt gelukkig niet te zijn aangetast. Wel zijn binnen een aantal jaar grotere werkzaamheden aan het orgel noodzakelijk, o.a. in verband met optredende windlekkages en vervuiling.

Het onderzoek naar houtworm werd uitgevoerd door Jeroen van Koolwijk van Koolwijk Meubelrestauratie. Jaap Jan Steensma is als orgeladviseur van de Protestantse Gemeente Utrecht betrokken bij onderhoud en instandhouding van de orgels in de Domkerk.

Boven op het orgel in de Utrechtse Domkerk staat een beeld van Koning David. Wat heeft hij een uitzicht!

Kunnen schilderijen en composities hand-in-hand gaan? Kun je een dialoog aangaan tussen schilderen en zingen?

Kunstenaars en cursisten van MK24 Kunsteducatie Amsterdam laten zich inspireren door muziek van Hollands Vocaal Ensemble onder leiding van dirigent Hester Steensma-Westra. Op 24 en 25 juni is het resultaat te horen en te zien in de Oosterkerk in Amsterdam.

Muziek en schilderkunst zijn gegroepeerd in drie thema’s: Nachtklanken, ‘zonder titel’ en Liefde in Bloei. In de schilderateliers en tijdens de koorrepetities zijn zo, in samenwerking, maar liefst 50 nieuwe werken ontstaan!

Het volledige programma en informatie over tickets is te vinden op de website van Hollands Vocaal Ensemble.

 

 

‘Met haar ijle tonen en samenklanken voert de Estse muziek je mee naar noordelijke sferen.’

In samenwerking met de Estse volksdansgroep Tuuletütred presenteert kamerkoor Sforzato een festival van Estse muziek en cultuur. Lange tijd was Estland het toneel van strijd. In de rijke muzikale cultuur ontmoet je de ziel van de Esten. Het programma wordt omlijst door dans, gedichten en beelden uit Estland. Het koor zingt een breed scala aan muziek, van verfijnde composities van beroemde componisten tot aan eenvoudige sfeervolle wiegeliederen, gezongen in het Ests, Latijn en Duits.

Het festival vindt plaats op zaterdag 10 juni in Stadsklooster Utrecht, van 15.30 tot 17.00 uur. Dirigent Hester Steensma-Westra heeft de muzikale leiding over het evenement.

De composities

In Benedicamus domino en Laudate dominum van componist Urmas Sisask (1960-2022) draait alles om dynamiek en timing. De muziek is gebaseerd op een pentatonische tonenreeks uit Japan. Ze kent pittige overgangen tussen luidere en zachter klinkende passages. Timing is hier cruciaal; het koor moet de lege ruimtes opvullen met een interne puls. Niet Ests, maar wel noordelijk, is de spreekmuziek in de compositie Ludus Verbalis (Woordspel) van de Finse componist Einojuhani Rautavaara ((1928-2016). Het heeft een pittige dynamiek; koorlid Liesbeth schreef er een leuke blog over!

Veljo Tormis (1930-2017) heeft zich in zijn composities door volksliederen laten inspireren, die met hun ijle tonen het oneindige Estse landschap weerspiegelen. Van hem zingt Sforzato twee liederencycli. De eerst bestaat uit vier wiegeliederen, waarin het soms net is alsof een moeder haar kind in slaap wiegt. De tweede cyclus bestaat uit stoere werkliederen, waarin de mest over het land wordt verspreid en waarin te horen is hoe de was gedaan wordt.

De populaire compositie Muusika, van de jonge componist Pärt Uusberg is een ode aan de muziek. In het lied gaat het over de allereerste harmonie. ‘Ergens moet zij te vinden zijn, het oorspronkelijke lied. Zit het in de ziel van de mens?’ De lange harmonieuze lijnen die tijdens het ‘või silmavees’ gezongen worden door de alten, tenoren en bassen, doen sterk denken aan het basmotief van de beroemde Canon in D van Johann Pachelbel.

Het concert eindigt met het lied ‘Mu Isamaa on minu harm’, dat lange tijd door de Sovjets verboden was. In 1988 klonk het als protest tegen de Sovjet-autoriteiten, die het zelfs met hun militaire band probeerden te overstemmen. 150.000 zingende Esten lieten zich niet van de wijs brengen, en zo werd de ‘zingende revolutie’ was een feit. Het is een heldenverhaal geworden, met een boodschap die anno 2023 nog net zo krachtig en inspirerend is als destijds. Als je samen zingt, ben je verbonden. En als je verbonden bent, dan kun je de hele wereld aan!

Tekst: Kamerkoor Sforzato

 

 

Hester werkt met Kamerkoor Sforzato tijdens repetitieweekeinde in Theaterhuis De Berenkuil, Utrecht.

Vanaf 8 juni zetten de gebedshuizen van Rotterdam hun deuren wagenwijd open met een verrassend en veelzijdig publieksprogramma. Heilige Huisjes Rotterdam verenigt kerkgebouwen, synagogen, moskeeën en tempels in een uniek stadsfestival om inwoners en cultuurliefhebbers religieus erfgoed op een andere wijze te laten ervaren. Door het aanbieden van een breed programma wil het festival bestaande structuren versterken en nieuwe verbindingen tot stand brengen tussen bewoners en beheerders.

Ook het orgel is tijdens het festival vertegenwoordigd! In de Laurenskerk zijn er bijvoobeeld twee Orgel Fusion concerten te beluisteren door Matthijs van der Wilt & duo Bzaka and the Owlgod (13.30u.) en door Monica Akihary & Geerten Liefting  (14.30u.).

Voor de kinderen!

Voor de kinderen presenteert Jaap Jan twee workshops rond het Doe-Orgel. De eerste begint om 11.00u., de tweede om 12.00u.

Op maandag 24 april, als Museum Speelklok officieel gesloten is, houdt Stichting Utrecht Orgelland hier een donateursbijeenkomst. Vanaf 13.00 uur is er ontvangst met koffie/thee en om 13.30 uur start een rondleiding in het restauratie-atelier.

Jaap Jan Steensma zal vertellen over het J.W. Walker-kerkorgel (1855) in de collectie. Dit instrument is normaal gesproken niet in het museum te horen. Bijzondere aandacht is er ook voor het grote orgel van J. Bätz & Co uit 1883. Het werd gerestaureerd en uitgebreid in 1984, toen de kerk een nieuwe bestemming kreeg als museumruimte. Het kerkorgel is zodoende nog een goed onderhouden deel klinkend erfgoed dat verwijst naar de periode van voor de herbestemming.

Organist Pim Schipper zal de presentaties illusteren en verlevendigen met improvisaties. Ook het beroemde zelfspelende Haydn-Niemezc Flötenuhr zal deze middag te horen zijn. JJ schreef eerder twee artikelen over dit instrument en zijn muziek. Lees hier deel 1 en deel 2. De middag wordt om 16 uur afgesloten met een drankje.

Organist Pim Schipper.

Deelname

De middag is bedoeld voor donateurs en belangstellenden van de Stichting Utrecht Orgelland en is voor donateurs gratis toegankelijk. Een donateurschap kost € 35 per jaar. Belangstellenden kunnen deze exclusieve rondleiding en presentaties meemaken door te reserveren via email en het overmaken van € 20 op rekeningnummer NL08 RABO 0116 2852 57 t.n.v. Stichting Utrecht Orgelland. Wie in het bezit is van een Museumkaart wordt verzocht die mee te nemen.

Het orgel van J. Bätz & Co (1883) in Museum Speelklok.